Aan de rand van de ‘oude nieuwbouw’ van Dalfsen, daar moeten we vandaag zijn. Om het verhaal van de vogelhuisjes/nestkastjes te horen. Door de garage gaan we naar achteren, de tuin in, want het is prachtig weer. Theo Schotman en zijn vrouw Henny zitten op ons te wachten, helemaal achter in de tuin, onder zijn zelf getimmerde overkapping. Gemaakt met mooie materialen. “Ook een beetje duurzaam gedaan. Met veel gebruikte materialen: in het plafond verspringende latjes, van een parketvloer. Inderdaad, onze oude houten vloer van de kamer is gekeerd en hier hergebruikt”. Over de afvoer van het regenwater is ook nagedacht: “Ik heb aan beide kanten, een meter onder de grond, een wasmachinetrommel ingegraven. Daar komt de regenpijp op uit en het regenwater zakt vervolgens langzaam de grond in”. Een indrukwekkend staaltje ‘doe-het-zelf’. Kan ook bijna niet anders als je al meer dan 35 jaar bij Schutte, nu Provak-Schutte werkt. Theo, in zijn werk bezig met ‘doe het zelf’ - in zijn vrije tijd bezig met hetzelfde. Bij zijn ouders op een boerderij in Lemelerveld moest hij al helpen als er iets kapot was. Daar is het eigenlijk begonnen. Daar timmerde Theo een konijnenhok. Zijn eerste hok. Er zouden er nog vele volgen.
Naam: Theo Schotman
Leeftijd: 59 jaar
Beroep: chef winkel bij Provak Schutte
Sinds hoe lang Dalfsen: 35 jaar
Waarom Dalfsen: dicht bij het werk
Hobbies/ passies: klussen, klussen, klu…….
Theo, van huis uit elektricien, is sinds de aankoop van zijn eerste huis ook thuis gaan klussen: “Ik heb een kinderbedje gemaakt, een commode, een badkamermeubel, een inloopkast, een tafel, een dressoir, een salontafel, drie maal een keuken en ga zo maar door. Je moet het wel mooi vinden! Overdag aan het werk in de zaak en ’s avonds thuis. Mijn vrouw werd er wel eens gek van. Altijd troep, hé? Maar ja, ik kan niet stilzitten”.
Theo: “Het timmeren van de overkapping was klaar, en die schutting had ik over. Toen moest ik de rotzooi een beetje opruimen. Ik zei tegen mijn vrouw: die ga ik kapot zagen voor de kachel. Dat was het plan. Daarna liepen we een keer door het Polhaarbosje naast ons huis en Henny zei tegen mij: “Ga vogelhuisjes maken. Dat is een beter idee”. Theo: “Er hingen wel wat, een stuk of twee, drie, maar die waren niet echt goed meer. Ik dacht, ik heb zoveel hout, ik maak een serie. Ik doe 25! Ik ben begonnen met TS 1”. Theo lacht: “Inderdaad, de Theo Schotman 1”. Hier heb ik de TS 25 nog. De laatste. Die heeft iemand uit de boom gegooid. Deze lag op de grond. Jongelui denk ik. Ik hou hem nog even hier”.
Theo: “Op internet heb ik gezocht naar een degelijk model, een goed dak met een goede kwaliteit dakbedekking (EPDM-folie). Dat ze een goed dak boven hun hoofd hebben en niet nat worden. Simpel en degelijk. Ik heb ook gekeken waar en hoe ik ze moest ophangen. Volgens de eerste site die ik bekeek, was dat om de 30 meter. Een andere site schreef dat het om de 10 meter moest. Ik heb ze daar ergens tussenin gehangen. Op het noordoosten. Er hangen er nu 25. Nee, 24 dus. Ik maak ze zo, dat ze jaren meegaan: met rvs schroeven, rvs nietjes, met schroeven die uit de schutting komen. Dat had ik allemaal en het hout had ik dus ook. Best een beetje duurzaam dus”.
“De mees en de koolmees komen hier het meeste voor. Dat heb ik uitgezocht op internet, want zoveel verstand van vogels heb ik nou ook weer niet. Ik heb in de vogelhuisjes gaten van 30 mm en 32 mm gemaakt, voor de mees en koolmees. Door deze nestkastjes doen Henny en ik wel steeds meer kennis van vogels op. Een leuke bijkomstigheid. De eerste kastjes heb ik verspreid in het bosje opgehangen, op een hoogte van wel drie meter. Later kon ik ze haast niet meer vinden. Toen hebben we een plattegrond gemaakt: de huisjes mét huisnummers ingetekend. TS 1 t/m TS 25. Jawel”.
Theo en Henny hebben een overzicht gemaakt van de leg per nestkastje: “De eerste keer ging Henny mee om eitjes te tellen. Ik de boom in en Henny schreef het op. Bij de eerste telling, op 21 mei hebben we zeker honderd eitjes geteld. Vier kastjes waren helemaal leeg, in vier was alleen nestmateriaal te zien”. Theo: “Op internet vonden we dat in de eerste paar jaar de kans op eitjes die uitkomen heel klein is. Wat wij bij die telling vonden, viel me eigenlijk heel erg mee! Bij de tweede telling op 30 mei, noteerden we de jongen. Het waren er toen 73. Sommige vogels waren toen al uitgevlogen. Mooi toch?”
Theo, op het puntje van zijn stoel: “Hout vind ik steeds mooier. Het moet apart zijn. Zelf uitdenken en zo tekenen dat het past. Dat vind ik mooi. Ik ben ook bezig voor mijn dochter. Marjon is, net als ik, ook graag bezig en zij heeft me inmiddels ingeschakeld voor een project wat zij heeft bedacht. Ze heeft een laag krukje ontworpen met drie poten en een heel dikke zitting. Ik maak van wat resthout van Schutte het onderstel, Henny regelt de vulling en Marjon maakt de ronde, heel grof gehaakte bovenkant. Een familieproject, dus. Ook voor een deel weer duurzaam, he? En de opbrengst gaat voor een deel naar de leukemiestichting! Dat maakt het nog mooier.”
In het Polhaarbosje, ook wel hondenbosje genoemd, hangen nu ruim 20 vogelhuisjes. Maar dat is nog niet genoeg. Henny: “Er zijn nog wat kale plaatsen, er kan nog wel wat bij”. Theo: “Dus ik ga er nog wat bijmaken”. Gelukkig heb ik nog wat planken liggen, dus dat gaat goedkomen. Er staan nog 10 planken. Dat betekent dat er in de komende tijd nog een stuk of 10 bij komen.
Als u in het Polhaarbosje wandelt, kijkt u dan eens omhoog. Kijk eens of U de nestkastjes van Theo Schotman kunt vinden. Een bijzonder en duurzaam idee, bedacht door een creatief stel, uitgevoerd door een bijzonder handige man.
Plaats een bericht