De weg naar onze ‘bij’ scholing, leidt ons over de Blauwe Bogenbrug, in zuidelijke richting, naar de plek waar Timen Schut zijn bijen houdt. Na de kennismaking speuren onze ogen meteen naar bijen en bijenkasten. Niets te zien. Pas na goed kijken zien we, verscholen achter een border met bloemen, helemaal in de hoek van de tuin, een schuurtje. Het stalletje, zoals Timen het noemt. Daar gebeurt het allemaal. In de uiterste hoek van zijn boomgaard. Met daarin appels- en perenbomen én een ‘bijenboom’. Timen: “ik ken het fenomeen bijenboom nog niet zo lang. Het leuke is dat de bloemen van deze boom pas in augustus bloeien. Ze leveren veel nectar. Dat is prettig, want dan hebben de bijen in het najaar ook nog wat”. Het eerste leerpunt. Zo zullen er op deze zonnige middag nog vele volgen. Bijenkenner word je niet in één middag! Daar komen we al snel achter.
Wie: Timen Schut
Leeftijd: 65 jaar
Beroep: huisarts in Heino geweest, gepensioneerd, maar nog actief als arts/coach bij organisaties gericht op herstel na ziekte.
Dalfsen: sinds 2004
Waarom Dalfsen: fijn huis met grote tuin op landgoed in buitengebied
Passie: buiten ‘ rommelen’ met tuin, bijen, hout, wandelen, fietsen en niet te vergeten kleinkinderen, balans door lezen/studeren en coaching werk.
Terug naar het stalletje. Het is een kleintje, model kapschuurtje, heel compact, met plaats voor zes kasten. Eén kast staat er vlak naast. Timen legt uit: “eén zwerm heeft zich gesplitst en dus had ik er eigenlijk eentje te veel. De zevende kast moest er dus naast”. Timen houdt op de ‘gewone’ manier zijn bijen, hij is een klassiek imker, zonder gedoe, zonder koninginnenteelt.
De bijen zijn rustig en we mogen de kasten van dichtbij bekijken. Het krioelt bij de vliegopening van de bijen: een friemelend geheel, er in en eruit, zonder plan, zonder structuur. Zo lijkt het. Timen weet wel beter. Wij aan het einde van de middag ook. Het gezoem is rustig en vrij monotoon. Voor wie er van houdt, een prettig geluid.
In elke kast zitten wel 40 tot 60 duizend bijen. Niet ieder volk is hetzelfde. Timen vertelt: “sommige volken zijn vriendelijker, die gaan van je af. Andere volken zijn stekelig, die gaan naar je toe, die zijn agressiever. Het oorspronkelijke ras in Nederland is de zwarte bij. Dat is een vechtertje, een agressief bijtje. Ze steken graag. Ik had ze eerst ook, maar toen zei mijn vrouw: ‘die er uit, of ik er uit!!’. Die keuze was niet moeilijk”. Timen vervolgt: “De Carnica’s en de Buckfasts zijn vriendelijker bijen. Een ideale bij zwermt niet, steekt niet en haalt veel honing. Broeder Adam heeft daar in zijn klooster in Engeland op proberen te telen. Dat is de Buckfast geworden”.
Timen frist – heel nuttig- ons geheugen op: “een bijenvolk is goed georganiseerd: naast de koningin zijn er darren en werksters (met verschillende taken en functies). De jonge bijen maken eerst kamertjes schoon. Als ze ouder zijn verzorgen ze de larven. Daarna maken ze was en maken ze nieuwe kamers. Deze werksters gaan op een gegeven moment stuifmeel en nectar halen, ze ‘promoveren’ tot haal-bij. Gedurende het hele bijenseizoen gaan eerst de speurbijen op pad – voor het uitzetten van het werk. Als er wat te halen valt en als voldoende speurbijen hetzelfde verhaal vertellen, gaan ook de haal-bijen er op af. Hoe ze dat dan kenbaar maken? Weer zo’n leermomentje. Timen: “Nou gewoon, dat geven ze met hun kwispeldansjes aan - het is een signaal voor de anderen waar die moeten zijn.
Timen: “bijen heb ik altijd al interessant gevonden. Ongeveer tien jaar geleden zijn we naar hier verhuisd en dat was een goed moment om een cursus te gaan volgen. Daarna kreeg ik mijn eerste volk. Best spannend was dat. In de zomer houd ik de gezondheid van de volken in de gaten, knutsel ik aan de kasten en de raten, slinger ik de honing en vul ik de potten. Mooi werk”. Timen wijst naar zijn stalletje: “En weet je wat ik het leukste vind? Gewoon bij het stalletje kijken. Dan zie ik ze vliegen. Dat leven van die bijen, het is een soort kalme gezelligheid. Gewoon zitten en kijken naar die plank, het vlieggat beschouwen, dat vind ik leuk. En verder met de kleinkinderen honing slingeren en zo. Dat vinden zij ook machtig mooi. Daar geniet ik van”.
Op landelijk niveau bestaat al het Bijenberaad, onder leiding van Felix Rottenberg, een initiatief van de staatssecretaris. Jaarlijks vindt ook monitoring plaats door het Nederlandse Centrum Bijenonderzoek (NCB), onder leiding van Romee van der Zee. Timen: “een goede zaak dat dit onder de aandacht blijft”. Begin augustus had de NOS een item over bijen, omdat landelijk de bijensterfte dit jaar zo hoog is: het aantal bijen dat de afgelopen winter niet overleefde, was 18 procent. Dat is een verdubbeling in vergelijking met vorig jaar! Het lijkt op een voortzetting van de reeks hoge bijensterften die we de afgelopen tien jaar hebben gezien. Timen legt uit: “ bijensterfte is de afgelopen jaren een terugkomend fenomeen waar we ons met z’n allen zorgen over maken. Bijen zijn immers van wezenlijk belang voor ons voedsel. Veel planten – ook gewassen in fruit-, groenten- en zaadteelt – dragen pas vrucht nadat insecten het stuifmeel van de ene bloem naar de andere hebben overgebracht”.
Hij vertelt verder: “de dood van de insecten wordt deels veroorzaakt door een parasiet, die de varroa-mijt wordt genoemd. Daar moet je als imker heel alert op zijn. De sterfte houdt ook verband met het gebruik van insecticiden, zoals thiacloprid. Als die stof bij de bijenvolken wordt gevonden, is de kans op sterfte in de winter significant hoger. Iets noordelijker is het een ecologische woestijn en iets meer naar het westen drijft het gif in de sloten. Daar hebben bijen veel last van. Voor zover ik weet lijkt de bijensterfte in de gemeente Dalfsen dit jaar gelukkig mee te vallen. Onze gemeente let al wel wat op. Biodiversiteit is belangrijk. Dat zien we bijvoorbeeld bij het station waar bloemen in de bermen alle kans krijgen. Het begin is er”.
Wie is geïnteresseerd geraakt door de verhalen van Timen? Wie wil helpen om het probleem van het afnemend aantal imkers en de vergrijzing van de imkerij tegen te gaan? Mag Timen op uw ‘bijval’ rekenen? In maart 2016 wordt er gestart met een cursus bijenhouden. De cursus is voor iedereen – óók vrouwen - die wil gaan imkeren én voor allen die gewoon iets meer willen weten over bijen. De cursus wordt gegeven door Manni Weertman, waarschijnlijk op de natuurboerderij De Lindenhoeve. Daar is ook een bijenstal met vier volken. De cursus bevat theorielessen en vooral veel praktijklessen , om de week op de zaterdag. De cursus wordt afgesloten met een examen(tje). Elke geslaagde die lid wordt van de Nederlandse Bijen Vereniging, krijgt een volkje! En een mentor! Voor mensen zonder tuin is meestal wel een standplaats te regelen.
Voor meer informatie en om u op te geven, kunt u mailen naar schuttimen@gmail.com
Op onze laatste vraag aan Timen: “wat kunnen de Dalfsenaren doen voor de bijen?” antwoordt hij met een lach: “de tegels uit de tuinen en bloeiende planten er in!!” Met dat antwoord in ons hoofd, fietsen we na een paar uur terug richting dorp, over de Blauwe Bogenbrug. Veel kennis, een tip voor de bijen-cursus, plannen voor de tuin én twee potjes honing rijker…..
Plaats een bericht